Het hulpbehoevende publiek is verscheiden en evolueert voortdurend

Wat ons van 2022 vooral bijblijft, is de sterk wisselende samenstelling van het daklozenpubliek na al die jaren en de sterke invloed van de nationale en internationale conjunctuur.

De twee crisissen die 2022 hebben gekenmerkt – de oorlog in Oekraïne en de opvangcrisis voor de mensen die internationale bescherming vragen – hebben nieuwe groepen daklozen naar de straten van ons Gewest gebracht en onze operaties en de dagelijkse realiteit van onze teams op het terrein behoorlijk ontwricht.

Het publiek van grotendeels alleenstaande, op straat levende mannen waarin het aandeel van gezinnen en vrouwen weliswaar blijft toenemen met daarbij veel vrouwen die slachtoffer zijn van geweld, heeft in 2022 het gezelschap gekregen van Oekraïense ontheemden die bij aankomst in Brussel oriëntering en onderdak behoefden en, meer nog dan vorig jaar, van personen die om internationale bescherming vragen. Deze laatste groep bleek de facto dakloos te zijn omdat deze mensen vaak maandenlang moeten wachten voordat zij eindelijk in aanmerking komen voor een verblijf zoals de opvangwet bepaalt.

Net als bij de Covid-19-epidemie in 2020 zijn dit crisissen die ons eraan herinneren dat een urgentievoorziening als Samusocial van nature reactief moet zijn om snel te kunnen reageren op nieuwe behoeften die soms van de ene op de andere dag hun opwachting maken.

Tot slot maakt de groep mensen zonder geldige verblijfsdocumenten net als de voorbije jaren bijna 70% uit van de mensen die in onze centra worden opgevangen. Ook het aantal Niet-Begeleide Minderjarige vreemdelingen (NBM) op straat maar ook in kraakpanden neemt toe. Deze precaire bewoning, het kraken van gebouwen die in onbruik zijn geraakt of die op renovatie wachten, neemt toe in Brussel en is een groot probleem waarmee in de toekomst rekening moet worden gehouden bij het organiseren van de bijstand aan daklozen.

De problematiek om voor een groot aantal mensen oriënteringsmogelijkheden te vinden

Van de 6.533 daklozen die in 2022 werden opgevangen, zijn er 1.614 doorverwezen naar oplossingen weg van de straat of naar alternatieven voor de opvang in onze noodcentra. Maar er verblijven nog steeds 4.919 mensen in onze opvang voor wie geen doorverwijzing naar andere verblijfsoplossingen mogelijk is gebleken… Dit cijfer toont aan hoe moeilijk het is om een uitweg te vinden en dan vooral voor drie grote groepen mensen:

  • Mensen die illegaal in België verblijven en voor wie geen wettelijke oplossing bestaat om het leven op straat achter zich te laten: mensen zonder papieren, migranten in transit, Europese gezinnen zonder verblijfsadres die in België willen blijven;
  • Mensen met een combinatie van medische en psychosociale problemen waardoor hun doorverwijzing naar andere opvang- of herhuisvestingsprogramma’s waar strengere toelatingscriteria gelden in het gedrang komt. Voorbeelden van profielen die geblokkeerd zitten in onze noodvoorzieningen bij gebrek aan doorstroommogelijkheden: vrouwen die verslaafd zijn aan drugs of “psychiatrische” problemen hebben met jonge kinderen; mensen met psychiatrische stoornissen die een ziekenhuisopname weigeren; zieke mensen (diabetes, handicap…) die daarom geen ziekenhuisopname of revalidatie nodig hebben; ouderen die zorg weigeren;
  • Grote gezinnen met meer dan drie kinderen en gezinnen met tienerjongens, die minder vaak worden opgenomen in tweedelijnsvoorzieningen zoals opvanghuizen.

De nood aan een billijke respons op de vele vormen van “dakloos zijn”

Een systeem waarvan de reikwijdte kan worden afgestemd op de behoeften

Samusocial moet snel kunnen reageren op nieuwe behoeften die soms van de ene op de andere dag ontstaan. Ons systeem moet worden vormgegeven en gefinancierd als onderdeel van een strategie die voorziet in de activering van extra noodopvangplaatsen wanneer dat nodig blijkt waardoor sneller en met de nodige soepelheid kan worden ingespeeld op ontluikende crisissen.

De structurele opvangcapaciteit en de operationele infrastructuur moeten daarom in die geest worden ontwikkeld.

Uitgaand van het principe dat de opening van nieuwe structuren tijd kost, moet de reactiestrategie voor noodsituaties voorzien in mechanismen om activeerbare ruimten te openen in gebouwen die reeds in gebruik zijn. Deze locaties moeten ook op financiering kunnen rekenen wanneer zij “in rust” zijn om ze activeerbaar te maken in functie van de behoeften.

Een geïntegreerde en alomvattende operationele respons die wegblijft van “twee maten en twee gewichten”

De gevolgen van de oorlog in Oekraïne en van de opvangcrisis bewijzen dat wij onze taken moeten kunnen bevatten en ontwikkelen vanuit een geïntegreerde benadering van de daklozenproblematiek (gefinancierd door het Gewest via de GGC) en van het asiel- en migratievraagstuk (hoofdzakelijk gefinancierd door de federale overheid).

Deze problemen zijn onmiskenbaar met elkaar verweven. Als een asielzoeker de facto dakloos wordt, is het logisch dat we onze acties decompartimenteren om ze zo goed als mogelijk af te stemmen op de reële behoeften op het terrein.

Bij onze operaties zijn wij ons bewust geworden van het belang van een evenwichtig en billijk dienstenaanbod en dat we moeten voorkomen dat twee maten en twee gewichten worden gehanteerd, waarbij het ene publiek wordt voorgetrokken boven het andere. Daarom heeft ons mobiel team dat aanvankelijk werd ingezet om Oekraïners zonder opvangoplossing bij hun aankomst in Brussel te oriënteren en onder te brengen zijn werkterrein verruimd naar de vele asielzoekers die geen verblijfsoplossing hebben omdat de capaciteit van het Fedasil-netwerk ontoereikend is.

De ontwikkeling en de versterking van de mobiele hulpteams

Naast de honderden mensen die in de openbare ruimte zichtbaar zijn, is de dakloze werkelijkheid voor een groot deel onzichtbaar. De daklozenpopulatie overstijgt aanzienlijk de beschikbare capaciteit van de noodopvang, die niet iedereen onderdak kan bieden. Veel mensen trekken zich dan ook vaak clandestien terug in de krochten van de stad en in gebouwen die op een nieuwe bestemming wachten.

Om de groeiende uitdagingen van de precaire woonvormen het hoofd te bieden, wensen wij door te gaan met het Cover-programma dat we ontwikkeld hebben met onze partner ‘Le Projet Lama’, waarbij een mobiel team voor gezondheidsmonitoring en schadebeperking wordt ingezet in de vele Brusselse kraakpanden.

Deze aanpak is meer dan nodig, maar voldoet in de verste verte niet aan de noden. De dakloze werkelijkheid stopt niet bij de mensen die zich ophouden in de openbare ruimte. De uitdaging is enorm als we zien dat steeds meer mensen gebouwen bezetten, vaak in onhygiënische omstandigheden die een onmiddellijk gezondheidsrisico vormen voor de bewoners“, stelt Sébastien Roy, Algemeen Directeur van Samusocial.

Dat is ook één van de grote uitdagingen in de werking van Cover: de toenemende realiteit van precaire huisvesting documenteren en zichtbaar maken zodat het beleid en de ondersteunende diensten deze in aanmerking nemen in hun financiering.

De verdere verbetering van de opvang- en begeleidingskwaliteit

De stabilisering van de centra en van de teams

Zoals we de afgelopen jaren hebben kunnen vaststellen, zijn onze hulpprogramma’s veel doeltreffender als ze worden ingezet in het kader van infrastructuur en teams die voor langere duur stabiel zijn.

Wij hebben er een prioriteit van gemaakt de financiering en de programma’s stabiliteit te geven zodat wij het werk van onze teams op langere termijn en zoveel mogelijk binnen dezelfde infrastructuur kunnen plannen. Als gebouwen en teams vaststaan, kunnen wij inzetten op de kwaliteit van de opvang, het dienstenaanbod en de begeleiding die wij verzorgen om mensen van de straat te halen.

Twee van onze structurele noodopvangcentra zijn gerenoveerd, ingericht en aangepast aan de specifieke opvangbehoeften van mensen in sociale noodsituaties.

Deze stabilisering is nodig om kwalitatief te werk te kunnen gaan bij de begeleiding en de oriëntering van ons publiek.

Het welzijn van de begunstigden en van de medewerkers

De mensen die wij bijstaan, verkeren in sociale nood en de ontwikkeling van onze diensten moet worden ingegeven door de permanente zorg voor hun welzijn. De ervaring heeft ons geleerd dat naast de kwaliteit en de stabiliteit van onze infrastructuur en uitrusting het welzijn van onze medewerkers op hun werkplek en in hun werkomgeving een absolute voorwaarde is om kwalitatief hoogwaardige diensten en zorgen te verstrekken. Bij het op schrift stellen van deze bijdrage hebben wij dankzij het veiligstellen van een aantal financieringen 60 arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur kunnen omzetten in overeenkomsten van onbepaalde duur. In een team van meer dan 547 mensen hebben nu 367 mensen een contract van onbepaalde duur, dat is bijna 70%, en dat terwijl onze operaties toch sterk afhankelijk zijn van tijdelijke mandaten en financieringen.

Er worden ook opleidingsprogramma’s opgezet om werknemers te wapenen voor hun opdracht en hen te helpen bij de verfijning van hun benadering van de zorg voor ons opvangpubliek.

Antwoorden voor het vraagstuk van de mensen zonder geldige verblijfsdocumenten

Wij wijzen er nogmaals op dat de oplossing van de daklozenproblematiek tegelijk ook een oplossing vereist voor het vraagstuk van de mensen zonder papieren (van buiten Europa) en de mensen die onwettig in België verblijven (Europeanen met een verstreken toeristenstatuut en zonder Belgisch adres). Deze “rechtelozen” maken elk jaar meer dan twee derde uit van de mensen die door Samusocial worden ondergebracht en komen voor geen enkele andere bijstand in aanmerking dan Dringende Medische Hulp (DMH). Aangezien voor hen geen doorstroming naar integratieoplossingen mogelijk is, moeten deze mensen in nood wel geholpen kunnen worden net als ieder ander individu in sociale nood.

Het kan ook interessant zijn om structurele verblijfsoplossingen te zoeken elders dan in noodopvangcentra voor mensen zonder papieren op het Brussels grondgebied.